Print

Print

Print

December 16, 2022

Bob Dylan in Londen (Lust For Life)


Wie denkt niet gelijk aan Bob Dylan bij de term singer-songwriter? De 81-jarige muzikant is het levende equivalent van een compleet muziekgenre. Afgelopen oktober nodigde hij ruim dertig popjournalisten vanuit heel Europa uit voor een luistersessie van zijn Bootleg Series Vol. 17, Fragments: Time Out Of Mind Sessions, met als afsluiter zijn show in het prachtige London Palladium.

Dat Bob Dylan zelf niet bij zijn luistersessie aanwezig zou zijn, verbaast vast niemand. Natuurlijk, hij moet zijn kostbare energie ook bewaren voor de show vanavond. Maar aangezien hij de releasedatum van deze Bootleg Series heeft uitgesteld om eerst zijn nieuwste boek sinds Chronicles: Volume One uit 2004 uit te brengen, The Philosophy Of Modern Song, geeft dat al een klein beetje weg hoe Dylan over zijn commerciële oogst denkt. Daarnaast fluisterde Dylan-expert Sid Griffin mijn collega Dominique van der Geld in 2020 nog in: “He. Does. Not. Care”.

Maar toch, voor die 1% kans dat niet zijn manager Jeff Rosen maar Dylan zelf het journalistenteam zou komen vermaken, stelde ik mijn omgeving een onmogelijke vraag: als je Bob Dylan één vraag zou mogen stellen, wat zou dat dan zijn? Maar wat kun je nog vragen aan de meest legendarische woordenkunstenaar met ontelbare prijzen achter zijn naam? Wat is hem nou nog nooit in zijn leven gevraagd?! Het beste antwoord op die vraag kwam overigens van mijn maat Matthew Crosby, tevens singer-songwriter: “How does it feeeeeel?”

Creatieve wedergeboorte

In het indrukwekkende gebouw van Sony Music Entertainment in Londen zitten ruim dertig Europese muziekjournalisten verwachtingsvol naar een beeldscherm te kijken. Na een korte introductie klinken eindelijk de eerste tonen van Love Sick. Het is zover. Na 31 jaar werk en zestien Bootleg Series-releases, sommige relevanter dan andere, zijn we aanbeland bij de alternatieve opnames van de Grammy-winnende klassieker uit 1997, Time Out Of Mind. Het album markeert zijn creatieve wedergeboorte en betekende tegelijkertijd bijna zijn dood. Samen met producer Daniel Lanois streed Dylan ruim een half jaar om zijn visie op muziek te zetten en alle verschillende mixes sneuvelden in die strijd. Tot nu.

Dylan schreef de nummers destijds grotendeels na zonsondergang. Je hoort het aan de directheid van de teksten. Neem alleen al Love Sick, de sfeervolle productie en de zachtheid van zijn toch krasserige stemgeluid. Alsof hij zich ’s nachts, wanneer de schaduwen zijn vermoeide geest gezelschap houden, pas echt durft te uiten. Over het donker gesproken: de versie die we vandaag horen van een van mijn favoriete Dylan-songs aller tijden, Not Dark Yet, is bijna niet te herkennen. Meer upbeat met een vrolijk herhalend gitaarriedeltje, maar vooral tekstueel ligt het mijlenver van het origineel. Afgezien van het eerste couplet, de eerste regels van het tweede couplet en het repetitieve ‘It’s not dark yet, but it’s getting there’, laat Dylan zich van zijn meest idyllische kant horen: ‘Feels like my eyes are two pieces of broken glass/I’m standing in the shadows, waiting for the parade to pass/I’m in the land of the lost where dreams come to die.’
Ook de inmiddels door velen gehekelde song Make You Feel My Love – liefdevol gebracht door Billy Joel, een invasie van slechte The Voice-audities veroorzaakt door de Adele-versie – wordt gedraaid; de tweede take dan, de eerste take staat namelijk gewoon op Time Out Of Mind.

Showtime

Na enkele vragen uit het publiek waar iedereen beleefd lacht om de politiek correcte, ontwijkende antwoorden die worden gegeven, wandel ik met een andere journalist uit Nederland en een medewerker van Sony door het inmiddels schemerige Londen. Op naar Bobs Rough And Rowdy Ways-show in het prestigieuze London Palladium. Terwijl we nog gauw een biertje halen aan de bar, loopt het personeel gestrest rond. Ze proberen iedereen verbaal de zaal in te duwen. De show begint kennelijk eerder dan gepland. “Het is Bob Dylan, blijkbaar kan hij doen wat hij wil”, hoor ik een medewerker geïrriteerd roepen. We nestelen ons haastig in de zachte pluchen stoelen – onze trillende telefoons netjes weggestopt in een afgesloten tasje – en ik neem sceptisch een slok van mijn biertje. De laatste keer dat ik Dylan live zag (april 2017, AFAS Live), roept bij mijn oren nog steeds pijnlijke herinneringen op. Ik beschreef zijn optreden toen als ‘…bijna onverstaanbaar omdat hij zingt als een blaffende zeehond met ontstoken keelamandelen. Het is even doorbijten, maar als je heel goed luistert, herken je op sommige momenten nog De Stem van zijn Generatie’. Vervolgens kreeg ik de halve Dylan-fanclub over me heen.

Ook zijn opvoeringen enkele dagen voorafgaand de Londen-show in diezelfde AFAS Live vielen niet bij iedereen in de smaak. Maar de Londense uitlaatgassen doen hem blijkbaar goed: zijn teksten zijn verstaanbaar in zijn staccato spraakzang en het pianospel is energiek. Maar halverwege de show, die zich hoofdzakelijk richt op Dylans laatste album uit 2020, is de merkbare adrenaline die een live-optreden van Dylan altijd met zich meebrengt, weggeëbd en duim je tegen beter weten in dat nummers als Key West en Gotta Serve Somebody worden afgewisseld met een meezinger als Don’t Think Twice, It’s All Right. Hoogtepunt? De paar keren dat Dylan vanachter zijn piano schuifelt en met een hand in de zij schalks het adorerende publiek bekijkt.

Twee genieën

Een ander hoogtepunt van de avond vindt plaats als Dylan vermoedelijk zijn nette schoenen al lang en breed heeft ingewisseld voor een comfortabel paar sloffen, terwijl wij ons in de menigte een weg naar buiten proberen te dringen. Plots wordt mijn naam geroepen en trekt de medewerker van Sony mij aan mijn vingertoppen drie meter naar voren. “Kijk daar, Jimmy Page!”, roept hij extatisch. En warempel, op een paar meter afstand staat inderdaad de grootste gitarist aller tijden schaapachtig grijnzend naast zijn dochter, terwijl hij de handen schudt van een horde mensen, teweeggebracht door het geroep van mijn collega. Of het de kick is van de fijne luistersessie eerder die dag, het verrassend goede optreden, het biertje tijdens de show of alles samen, weet ik niet: maar ook ik reik mijn hand uit naar Page, die hij gewillig schudt terwijl ik iets prevel in de trant van ‘bedankt voor alles’. Twee genieën in dezelfde ruimte. Wat een toegift.

This article was published in Lust For Life magazine.

Get Notified Of New Posts

Get Notified Of New Posts

Get Notified Of New Posts